Diversiteitscirkel

icon
icon

Leren over jezelf en reflecteren

Leren over anderen

icon

a3_papier,setje_stiften

icon

60 minuten

icon

Charley Muhren

Stap 1
image_voorbeeld

Maak een groepje van 4 tot 5 met studenten die elkaar nog niet kennen. Vul de binnenste ring van de diversiteitscirkel eerst voor jezelf in. Stel jezelf bij het betreffende onderdeel de volgende vragen:

  • Gender (en sekse): wat heb jij geleerd over hoe vrouwen/mannen zich horen te gedragen? In hoeverre typeer je jezelf als man of vrouw? Welke invloed heeft je religie, klasse en etniciteit op je rol als man/vrouw?
  • Religie en levensbeschouwing: Wat voor levensvisie of religie heb je van huis uit mee gekregen? Hoe belangrijk is dit voor jou? Heeft het je gevormd? Wat is goed of slecht? Hoe zie je jouw verantwoordelijkheid?
  • Etniciteit (en nationaliteit): waar ben jij en/ of zijn je ouders geboren? Waar voel je je thuis? Welke tradities zijn belangrijk voor jou? Wat voor taal/dialect spreek je thuis?
  • Seksuele voorkeur: hetero- of homoseksueel? Of biseksueel? Transseksueel? Aseksueel? Hoe open kun je zijn over wie je bent en hoe je je voelt? Kruist je seksualiteit met één van je andere aspecten?
  • Opleiding: Wat voor opleiding heb je gevolgd? Wat voor opleiding hebben je ouders gevolgd? Word je geholpen door je maatschappelijke achtergrond?
  • Beperking (en talent) Wat zie jij als je handicap of beperking? Wat zie jij als jouw talenten? Kan je je talenten inzetten in jouw beroep?
  • Klasse: in welke sociale klasse ben je geboren? Welke waarden en normen zijn voor jou voortgekomen uit je klasse en sociale economische positie?

Stap 2
image_voorbeeld

Laat elkaar nog niet de ingevulde diversiteitscirkels zien. Elke student kiest nu een onderwerp uit de binnenste cirkel uit en vraagt aan de rest wat zij denken over hem/haar. 

Dus bijvoorbeeld: wat denken jullie dat mijn levensbeschouwing is?


Stap 3

Aan de hand van de antwoorden vult de student de buitenste cirkel in. Dit is hoe anderen hem/haar zien. Het is vervolgens interessant om met elkaar te bespreken waarom de anderen dit denken en om te kijken of het ook klopt.


Stap 4

Na het gesprek met de anderen, kan de student nu opnieuw nadenken over diens identiteit aan de hand van de volgende vragen:

  • Wie ben ik?
  • Wie of wat bepaalt wie ik ben?
  • Bij wie hoor ik, bij wie/wat voel ik me eigenlijk thuis?
  • Ben ik de afgelopen jaren veranderd? Hoe komt het dat ik veranderd ben?
  • Welke gebeurtenissen hebben hieraan bijgedragen?
  • Hoe kan ik en wil ik betekenis aan mijn identiteit geven?
  • Hoe zien anderen mij? Hoe wil ik dat anderen mij zien? Kan ik hier invloed op uitoefenen?
  • Hoe hebben de verschillende dimensies invloed gehad op mijn identiteit?
  • Hebben de verschillende dimensies invloed op elkaar?
  • Welke dimensie speelt nu een grote rol in mijn leven?

De antwoorden op deze vragen kunnen worden opgeschreven en/of getekend en vervolgens in tweetallen met ekaar worden gedeeld.


Stap 5

Als alle studenten een onderwerp hebben besproken, kan er eventueel een tweede ronde plaatsvinden waarbij de andere onderdelen worden besproken.


Stap 6

Aan het eind van de workshop kan elk duo kort met de rest van de klas delen wat hun bevindingen waren (eventueel aan de hand van een gezamenlijke sketchnote).